Een land dat haar verleden niet kent…

Zolang als er Nederlanders in Nederland wonen vechten we tegen het water. Onze geschiedenis kent vele momenten en verhalen die ons hieraan herinneren. Een groot deel van Nederland ligt onder water en dankt haar bestaan aan dit gevecht. De strijd tegen het water hoort bij ons land. Juist nu de gevolgen van de klimaatverandering steeds duidelijker zichtbaar worden word blijft deze strijd actueel. Niet langer is alleen zeewater een bedreiging, steeds vaker zal water dat ‘van boven’, via de grote rivieren Nederland instroomt een probleem vormen. Het nieuwe deltaplan wat ons in de toekomst moet beschermen tegen het wassende water is hier dan ook met name op gefocust. In de toekomst zullen meer en meer landen in de wereld te maken krijgen met de strijd die wij al eeuwen voeren. Met jaloerse blikken wordt dan ook gekeken naar de professionele manier waarop wij de veiligheid tegen het geweld van het water hebben georganiseerd. Onze waterschappen zorgen er al eeuwen op een onafhankelijke manier voor dat we beschermt blijven tegen de verwoestende kracht van het water. Sommigen beweren zelfs dat waterschappen de eerste functionerende democratieën waren. In elk geval heeft het polderen een grote invloed. Het heeft Nederland letterlijk, maar ook figuurlijk gemaakt tot wie we zijn. Natuurlijk kun je bij het functioneren van de waterschappen een aantal kritische noten plaatsen, maar over het algemeen functioneert het systeem goed, misschien zelfs wel te goed. Gezien de opkomst bij de waterschap verkiezingen heeft de gemiddelde Nederlander weinig behoefte om zijn democratisch recht te laten spreken. Het zal wel goed gaan, want ik hoor er nooit wat van. Blijkbaar vergeten we snel en vinden we veiligheid vanzelfsprekend zolang het er is. Een ervaren waterschap bestuurder vertelde mee een gezegde wat intern nogal eens gebruikt werd: “Geef ons heden ons dagelijks brood, en eens in de paar jaar een bijna watersnood.”

Nu de overheidsbescherming op zuivelproducten steeds verder afbrokkelt komen we er steeds meer achter hoe belangrijk het is dat de zuivelketen sterk georganiseerd is. Laatst was ik in Spanje omdat ik door de Spaanse boerenbond gevraagd was hen te helpen bij het beter organiseren van de Spaanse zuivelketen. Met 2015 in zicht ziet men in dat de boeren eigenlijk nog helemaal niet klaar zijn om zelfstandig in een vrije markt te kunnen opereren. De behoefte aan een interprofessionele brancheorganisatie om een aantal zaken rondom regelgeving, keten afspraken en kwaliteit in gezamenlijkheid te kunnen regelen is groot. Zogezegd  is er behoefte aan productschappen naar het Nederlandse model. En terecht, want de productschappen functioneren over het algemeen goed, en het werk wat ze doen is noodzakelijk. De ironie echter is dat daar waar elders in Europa met veel pijn en moeite naar iets word gezocht wat we in Nederland aan het afbreken zijn. De politiek heeft besloten dat de productschapen moeten verdwijnen. Gelukkig zijn we nog georganiseerd genoeg om zelf nieuwe structuren op te richten. Maar wat gaat er toch veel mis, omdat we zo vergeetachtig zijn.